
Het is maar een klein klusje..." De psychologische prijs van één gemiste bril.
- elroyschoemans
- 14 jul
- 3 minuten om te lezen
We kennen het allemaal. Je hebt een lange werkdag achter de rug. Er moet nog één ding gebeuren: even een draadeind afkorten. Een simpel slijpklusje. Je hebt haast, het is warm, je wilt afronden. Je pakt je slijptol, zet je gewone veiligheidsbril op — de gesloten overzetbril ligt nog in de bus.
Je denkt: “Kom op, wat kan er misgaan? Het is zó gebeurd.”
Net op dat moment loopt de veiligheidscoördinator langs. Jullie raken aan de praat. Niets bijzonders, gewoon even contact. Tot hij bij het bekijken van de werkvergunning zegt:
“Je mist hier de gesloten veiligheidsbril. Kun je die nog even gaan halen?”
Je knikt. Natuurlijk. Je haalt de bril. Geen probleem.
Maar dan komt de echte vraag.
Niet van hem.
Van binnenuit.
“Had ik die bril ook gepakt als hij níét was langsgekomen?”
De kracht van zelfleiderschap — als niemand kijkt
Wat er op dat moment gebeurt, is meer dan een beslissing over PBM’s. Het is een moment van zelfleiderschap. Van innerlijke integriteit.
Want eerlijk is eerlijk: niemand had het waarschijnlijk gezien. Geen ongeval, geen controle, geen collega die er iets van zegt. Jij had veilig weg kunnen lopen — in schijn.
Maar in jouw onderbewuste was al iets in beweging: een afweging tussen gemak en verantwoordelijkheid, tussen haast en gezondheid, tussen werkdruk en zelfzorg.
Waarom maken we deze keuzes?
Psychologisch gezien is dit geen kwestie van domheid of onwil. Het brein werkt volgens snelle routines — wat Daniel Kahneman beschrijft als “Systeem 1”: snel, automatisch, intuïtief.
In zulke situaties speelt er vaak een mix van onderliggende factoren:
Normalisatie van afwijking: als je al vaker zonder gesloten bril hebt gewerkt zónder gevolgen, ontstaat het idee dat het risico ‘wel meevalt’.
Sociale druk (ook als je alleen bent!): de onzichtbare norm van tempo, efficiëntie en ‘geen gedoe’ werkt vaak sterker dan de formele veiligheidsregels.
Cognitieve dissonantie: je hersenen willen vermijden dat jij jezelf als ‘nalatig’ ziet. Dus verzin je ter plekke een reden: “Het is een klein klusje.”
Ongemak en vermoeidheid: fysieke of mentale uitputting verkleint de kans dat je nog een bewuste, zorgvuldige keuze maakt.
Kortom: je hersenen zijn geprogrammeerd om risico's te bagatelliseren, zolang het systeem denkt dat het ‘wel goed komt’.
Van externe controle naar innerlijk kompas
Wat deze situatie zo leerzaam maakt, is dat de tussenkomst van een ander (de coördinator) eigenlijk alleen maar zichtbaar maakt wat er al onderhuids speelde.
Zijn opmerking over de bril was geen controle, maar een spiegel. Een uitnodiging om jezelf af te vragen:
“Wat is mijn gezondheid mij eigenlijk waard? Wat ben ík mezelf waard?”
Want als jij gelooft dat jouw lichaam, zicht en veiligheid belangrijk zijn — dan pak je die bril. Niet omdat het moet. Maar omdat jij dat waard bent.
Wat kun jij doen — en wat kun jij meegeven?
Of je nu uitvoerder bent, leidinggevende, veiligheidskundige of collega: dit soort momenten zijn geen fouten. Ze zijn kansen.
Kansen om met elkaar in gesprek te gaan.
Kansen om veiligheid niet alleen te benaderen vanuit regels, maar vanuit bewustzijn.
Kansen om gedrag te begrijpen in plaats van te veroordelen.
Veiligheid begint bij zicht — en niet alleen met de juiste bril op. Maar vooral: met een helder zicht naar binnen.
Reflectievraag voor op de werkvloer:
“Welke keuzes zou jij anders maken als niemand ooit zou controleren of corrigeren?”

Opmerkingen